Tuesday 30 April 2013

Kroning, april 2013



Sinds gisteren weet ik dat ik BVN kan ontvangen in Zwitserland. En dus zit ik vandaag naar kanaal 476 (!) te kijken. Geniale tv, vooral op de momenten dat er eigenlijk niets gebeurd.
Van dat eindeloze geneuzel van gasten die aankomen en verslaggevers die het land in  trekken om te kijken 'hoe het leeft'  en niet in het land, maar vanzelfsprekend in 'de rest van het land'. Op het moment kijk ik naar een mevrouw die kaneelstokken en boterballetjes gaat verkopen in Appingedam. Zelfs daar moet je er trouwens vroeg bij zijn voor een goed plekje. De mevrouw stond om vijf uur naast haar bed.
Terug naar de studio, waar een of andere braverd de tweets bijhoudt. Sinds gisteravond staat de teller op bijna 4600, meldt hij verheugd, waarna de meest onbebullige berichtjes in beeld verschijnen. Zoals dat van #joost die door het koude voorjaar zijn tulpen van het merk 'orange emperor' precies vandaag in bloei heeft. De schat.
Even over naar het centraal station, waar een woordvoerster van de NS even moet komen uitleggen, waarom er geen kip met de trein komt. Ze kunnen 35.000 reizigers per uur aan. Alleen zitten die hoogstwaarschijnlijk thuis voor de buis. Ach gut. Hopenlijk komt iedereen vanmiddag alsnog.
9.58. De ministers staan een beetje te geiten in de Vroedschapszaal in het Paleis op de Dam. Er hangt een schoolreisjesachtige sfeer. De zakjes chips gaan nog net niet open, maar er wordt wel iets te hard gelachen.
Dan komt Beatrix binnen en verandert de sfeer op slag. Mooi moment: als Beatrix iedereen binnen welkom heet, wordt ze bijna overstemd door het gejuich van buiten van de duizenden mensen die de gebeurtenissen live op gigantische schermen kunnen volgen.
En dan ben ik toch ineens ook ontroerd. Wat lijken ze op elkaar, moeder en zoon. En wat knijpt ze lief  in zijn hand. Even later zijn we terug op aarde in het studiootje op de Dam met Rob Trip en Astrid Kersseboom en twee historica. De koningin heeft een kwartiertje vrij om even met de prinsesjes te dollen en dus moet de tijd worden volgepraat. We vergelijken vaandels, praten na over het zetten van de handtekeningen, we kijken er - nog net niet in slow motion, maar wel vanuit een ander camera standpunt - nog eens naar. En nog eens en  - jawel - nog eens. 
Gelukkig is het dan tijd voor de balkonscene. Een zwaar ontroerde prinses Beatrix stelt het volk koning Willem-Alexander voor. Ze komt amper boven het 'Bea bedankt'' uit, maar dat geeft niet. Dit is voor mij het mooiste moment van de dag. Beatrix die zwaait en lacht en nog maar eens zwaait en bijna huilt en een dikke zoen krijgt van haar Alexander. De schouders kunnen naar beneden. Het zit erop.
Ook voor mij. Voorlopig tenminste. Ik heb nooit heimwee, maar vandaag wil ik naar Nederland. Gewoon omdat de zon schijnt en er geschiedenis wordt geschreven. Lekker met de kinderen op een kleedje ouwe troep verkopen. Lachen om een malloot in een driedelig oranje pak, of een anders keurige mevrouw met twee wollen oranje vlechten en een kroontje op. Biertje en een dozijn bitterballen erbij. Hemels!
Ik kon hier in Zwitserland ook naar een Nederlands feest. Maar dat is het, wat mij betreft toch net niet. Misschien is het ook wel omdat ik al zo lang geen koninginnedag heb gevierd, dat de namaak oranjefeesten in het buitenland me steeds minder aanspreken. De hele avond, zit ik daarom wederom aan de beeldbuis gekluisterd. Ben precies op tijd voor de vaartocht over 't IJ.
De koeienboot van boer Henk, de Jostibandboot en een nogal klunzig platform met wedstrijdschaatsers erop daargelaten, was 't een fijn spektakel. Opera, film, sport en ballet komen mooi in beeld. Armin van Buuren en het Concertgebouw Orkest doen het leuk samen en het koningslied slaat ineens ergens op, nu er een echte koning kan worden toegezongen. Rapper Ali B. en de koning wisselen zowaar een paar prachtige blikken uit. Ali's: 'Een echte koning, herken je ook zonder kroon', valt bij Willem-Alexander in goeie aarde. En ik vind 't ineens heel bijzonder om Nederlands te zijn. Heb kippenvel. Lang leve de koning, dus maar.

Monday 29 April 2013

Alpentulp, april 2013


Oranje T-shirts, oranje moorkoppen en een dochter met een grote grijns en een blauwe tong. En dat allemaal gewoon hier in Zwitserland. Daar stond De Alpentulp vandaag uitgebreid stil bij de op handen zijnde kroning.

Sinds we hier in Zwitserland wonen, zijn we - of liever ik - verlost van het Nederlandse taalthuisonderwijs. Aan de internationale school hier is een heus Nederlands schooltje verbonden. Een keer in de week gaan de kinderen dus na school nog anderhalf uur naar Nederlandse les op De Alpentulp.
Niet omdat ze dat nou direct zo leuk vinden, of er zelfs maar de zin van inzien, maar omdat het moet. Ik heb altijd gewild dat mijn zoon en dochter hun moedertaal niet alleen kunnen spreken, maar ook lezen en schrijven. Een heel gevecht was het af en toe, om ze naast het reguliere huiswerk van school ook nog Nederlandse opgaven te laten maken.
De frisse tegenzin werd er in de regel ook beslist niet minder op bij spellingsvraagstukken als 'keizer' met een korte of een lange 'ij', of 'pauw' met 'au' of 'ou'. Om te beginnen wisten de kinderen al vaak niet eens wat de betreffende woorden eigenlijk betekenden, laat staan dat ze enig idee hadden, hoe ze ze zouden moeten spellen. Gokken deden ze met akelige precisie. Honderd procent van de tijd fout.
De ontdekking van De Alpentulp heeft ons leven beslist leuker gemaakt. Gedeelde smart is immers have smart. Nu er andere Nederlandse kinderen zijn, die zich, net als mijn twee, zuchtend naar de naschoolse lessen slepen, is het bijna leuk.
De oudste duikelde zelfs een erg leuk vriendje op tijdens de Nederlandse lessen. Een jongetje dat in de buurt op een Zwitserse school zit en van z'n ouders ook z'n Nederlands moet bijhouden. Mijn meisje heeft steeds minder last van de geheel psychosomatische maandagmiddagbuikpijn,  nu er sinds kort een paar erg leuke meisjes bij de Nederlandse lessen zijn aangeschoven.
En vandaag was het op De Alpentulp zomaar ineens feest! Het schoolbestuur had een Zwitserse bakker bereid gevonden om prachtige oranje moorkoppen te bakken. Die mochten de kinderen vervolgens zelf ook nog eens versieren met smarties en gekleurde hagelslag. Leukste onderdeel: kijken of je je tong rood, dan wel blauw kan maken met marsepijn. En of je dat er dan vervolgens met ranja weer af kan spoelen. Ook fijn: je eigen oranje kroon maken met prinses Kim, of prinses Julia erop. En natuurlijk laten zien dat je het dansje van 'Bewegen is gezond' uit je hoofd kent.
Het is trouwens een hele opluchting dat de kinderen, na de stortvloed aan publiciteit en de geheel oranje gekleurde uitzendingen van het jeugsjournaal eindelijk helder in beeld hebben wie koningin Beatrix en Prins/Koning Willem-Alexander zijn. Ook Maxima, Amalia, Alexia en Ariane zijn min of meer op hun plaats gevallen.
Hoewel we in het buitenland, en zeker in Engeland, altijd koniginnedag hebben gevierd, woonde 'onze koningin' toch jarenlang in Londen. Daar hielp geen oranje t-shirt, spelletjescircuit of namaak vrijmarkt wat aan. Gelukkig hebben we dat op de valreep voor ons vertrek naar Nederland nog even recht getrokken. Nu moeten we ze misschien ook nog even leren fietsen en ze vertellen dat - hoewel de kerstman al jaren geleden van zijn voetstuk is gevallen - sinterklaas ook echt niet bestaat.

Wednesday 24 April 2013

Wildnis Park Zurich, april 2013




In elk nieuw buitenland maken we dezelfde fout. Aangespoord door reisgidsen en allerhande foldermateriaal, doorkruisen we alle windstreken. Bezienswaardigheden dicht bij huis laten we echter vaak links liggen.

Zo woonden we drie jaar in Bologna, zonder dat we het historische anatomische laboratorium van de universtiteit bezochten. Man W. en ik zagen het onlangs op televisie en keken onze ogen uit. We misten ook het Morandi museum, de beroemde schilderijen van schilder     Morandi kennen we alleen van de overal verkrijgbare ansischtkaarten. Parma, hoewel maar een halfuurtje rijden van Bologna, misten we ook, evenals het volgens de overleveringen zeer charmante Mantova. De rest van Italie hebben we vanzelsprekend wel gezien.
Een ezel stoot zich in het algemeen niet twee keer aan dezelfde steen gaat voor ons helaas niet op, want tijdens de drie jaar dat we in Manchester woonden, maakten we eerder al precies dezelfde fout. We leerden er het Lake District op ons duimpje kennen en ook Cornwall, Devon, de Yorkshire Dales en Moors, Northumberland en Kent, maar in Manchester zelf kwamen we nooit verder dan het winkelcentrum en de pub. Hoe mooi de kathedraal is, of hoe interessant het Lowry Museum, weten we alleen uit verhalen van bezoekers, die zich wel vol overgave op de plaatselijke bezienswaardigheden stortten.
In Zwitserland pakken we het deze keer wel anders aan. Kunsthaus Zurich? Afgevinkt. Alte Landesmuseum Zurich? afgevinkt. Glas-in-loodramen van Chagall in kerk Zurich? Afgevinkt. Perfect.
Als we gaan wandelen, hebben we echter ook hier de neiging om eerst een uur of zo te rijden, tot we bij een echt interessante berg zijn. Liefst eentje waar we met een flinke gondel omhoog kunnen, om , eenmaal boven, eens lekker in de rondte te stappen. Nu er tot zo ver in het voorjaar overal nog bakken met sneeuw ligt, werkt die strategie echter niet. En dus vonden we onszelf afgelopen zondagmorgen in alle vroegte aan de poorten van Wildnispark Zurich, op steenworp afstand van ons huis.
Even een frisse neus halen, zo was het idee, dan konden we de rest van de zondag ongeneergd op de bank hangen. Eenmaal het bos in, vielen we van de ene verbazing in de andere. We zagen wolven vrij ronddwalen door hun wolvenpark en beren, een prachtig rood vosje, een soort elanden, verschillende soorten herten, everzwijnen en steenbokken. De dieren zitten niet in hokken, maar hebben grote stukken bos tot hun beschikking, waardoor het nog een hele sport was, om ze te zien. Gelukkig staan er op strategische plekken uitkijkposten opgesteld.
Helemaal opgetogen kwamen we uren later thuis.. Zo leuk kan een uitstapje naar iets om de hoek dus zijn. Nu maar hopen dat we dat gevoel vasthouden als we straks weer in Nederland zijn. Dat we straks de Bussumse hei eens goed gaan verkennen, of een tochtje gaan maken over het Veluwemeer. Dat we de tijd vinden om het heropende Rijksmuseum met een bezoekje te vereren en ook het prachtige scheepvaartmuseum, of het paleis op de dam.
Alhoewel, misschien moeten we in Nederland juist eerst eens wat verder weg en de kinderen
Friesland, Drenthe en Zuid-Limburg laten zien.  Het op-vakantie-in-eigen-land kunnen we natuurlijk in Nederland net zo goed toepassen, als in Engeland, Italie en Zwitserland. Meteen maar even een reisgids aanschaffen.

Monday 22 April 2013

Huizenjacht (2), Oktober 2005



Uit de archieven! In de hersfstvakantie van 2005 waren mijn oudste zoon (toen 4) en ik in Engeland om een huis (en een lagere school) uit te zoeken. We gingen voor het eerst in het buitenland wonen.

Omringd door vertegenwoordigers en andere zakenlui, doen mijn zoon K. en ik ons ’s ochtends vroeg in het Quality Hotel in Bowdon – een welvarende buitenwijk van Manchester - tegoed aan een echt Engels ontbijt. K's favoriete maal bestaat uit een bakje chocopops, gevolgd door witte bonen in tomatensaus op toast. Ik houd het bij een gebakken ei met bacon en een kop sterke thee met veel melk.
Om negen uur stuift onze ‘relocationmanager’, Debbie, de lobby binnen. We zijn een weekje over, om een huis te zoeken en hebben een druk programma.
Debbie heeft tien huizen op haar lijstje staan. Bij elk leegstaand onderkomen, worden we opgewacht door een nieuw, voorbeeldig opgemaakt en gekapt, meisje. Engelse makelaars, zo wordt me duidelijk, verlagen zich niet tot zoiets banaals als de bezichtiging van een huis; daar hebben ze hun assistentes voor.
Die blijken, in bijna de helft van de gevallen niet de goede, of op zijn minst niet alle sleutels bij zich te hebben. De tuin bewonderen we daarom meestal door het keukenraam.
Vragen staat vrij, maar verwacht alsjeblieft geen antwoord. Gewenste informatie over bijvoorbeeld de boiler, het schilderwerk, of de afgetrapte vloerbedekking kunnen de dames niet geven. Maar ze schrijven alles ijverig op. Ook Debbie noteert dat ze overal achteraan moet bellen.
De rondleiding begint steevast in de garage, of beter nog: in de ‘dubbele garage’. Wat een zee aan ruimte, grijnzen de meisjes me elke keer toe. En nergens een auto te bekennen!
Garages, zo begrijp ik, zijn er vooral om spullen in op te slaan. En hoe meer woningen ik bezichtig, hoe beter ik begrijp dat je in een Engels huis niet kan wonen, zonder een ruim bemeten, inpandig opberghok. Want hoewel veel woningen maar liefst twee ontvangstkamers, een hal en een ‘charmante’ eetkamer hebben, beslaat geen van die ruimtes in de praktijk meer dan, pak ‘m beet, zes vierkante meter.
Het is al passen en meten om ergens een bankstel, een boekenkast, of een eettafel neer te zetten. Laat staan dat er nog ruimte is voor een paar dozen lego, een konijnenhok of een ’s zondags servies. Dergelijke zaken verdwijnen dus in de garage.
Boven is er overigens evenmin veel plaats, want daar wordt elke vierkante centimeter benut, om zoveel mogelijk slaapkamers te realiseren. In Engeland geldt nog steeds: hoe meer ‘bedrooms’, hoe hoger de waarde van je huis. Dat  sommige slaapkamers zo klein zijn dat er nauwelijks een bed in past, doet daar klaarblijkelijk weinig aan af.
Halverwege de ochtend zakt de moed me in de schoenen. Hoe enthousiast relocationmanager Debbie ook is, de huizen die we zien lijken in mijn Nederlandse ogen eigenlijk nergens op. Waar wij houden van grote, open, lichte ruimtes, gaan Engelsen, zo constateer ik, vooral voor aparte hokjes.
Ze hebben een hokje voor de wasmachine, een hokje voor het kinderspeelgoed, een hokje voor de eettafel en een hokje voor de tv. Ik doe m’n best om positief te blijven, maar krijg het steeds benauwder in die wirwar van kleine kamertjes.
Totdat ik de oprijlaan van 47 Moss Lane op draai. Het mooie, oude herenhuis blijkt zowaar over een riante zitkamer, vijf (!) enorme slaapkamers en een comfortabele woonkeuken te beschikken. In plaats van een garage, heeft dit paleisje maar liefst vier kelders. Daar kunnen we jaren spullen in opslaan, zonder de noodzaak om elke zes maanden met een volle auto naar te milieustraat te moeten rijden.
Ok, er is – volgens goed Engels gebruik – geen wc op de begane grond en het waait er binnen bijna net zo hard als buiten, maar ik ben de koning te rijk. Met een paar warme truien en een potje in de keuken voor nood, zullen we het hier best redden.


Thursday 18 April 2013

Stunten, april 2013



Zurich heeft een gloednieuw skatepark en mijn zoon kan heel charmant zijn. Twee zaken die afgelopen middag resulteerde in de aanschaf van een stuntstep. Een wat? Een stuntstep.

Het voertuig lijkt erg op de kleine, lichte, metalen stepjes die een paar jaar geleden ineens in de mode raakten en waar je zelfs volwassenen op zag rondzwieren, op weg naar het postkantoor. De stuntstep is wat robuuster uitgevoerd, beschikt over een rem en een extra breed stuur. Bovendien is hij geheel bedekt in zwart met rode doodskoppen, waardoor ie vanzelf al harder gaat.
Mijn zoon weet bij thuiskomst niet hoe snel hij de felbegeerde step uit de doos moet rukken. Als een bezetene schroeft hij de stuurstang en het stuur vast, roept nog iets onduidelijks over 'in het dorp' en verdwijnt met een kort 'tot straks' uit het zicht. Ik wil nog iets verstandigs roepen over een helm, maar hij is al weg.
Tomaatrood, bezweet, maar intens gelukkig is hij een uurtje later terug. 'Ik kan al allerlei stunts, mam', meldt hij opgewekt. Waarna een lang relaas volgt, waarin de woorden 'bunny hop' en 'tail whip' veelvuldig voorkomen. Ik snap er weinig van, maar dat geeft niets. Zolang ik maar op de juiste momenten 'oh' en 'jeetje' zeg, ontgaat hem dat volledig. Bovendien weten z'n vrienden op school precies hoe het allemaal werkt en hun commentaar is natuurlijk veel interessanter dan dat van z'n moeder.
Het was een prijzig stepje en dat heeft mijn zoon ook gezien, dus hij voelt wel dat er iets tegenover moet staan. Eerst biedt hij me aan mee te betalen, om er in dezelfde adem aan toe te voegen, dat hij blut is. Dan stel ik voor dat de step zijn traditionele einde-schooljaar-en-goed-rapport-cadeau kan zijn en dat vindt hij een briljant idee. ,,Dus jij weet al dat ik een goed rapport krijg''. Ai, met nog 2,5 maand school te gaan, is het natuurlijk niet erg handig om nu al met cadeaus te strooien.
Fijn is het overigens wel, dat mijn zoon de rest van de dag poeslief is. Of hij me ergens mee kan helpen vraagt hij tussen twee stepsessies in. Dat is nieuw. Ook pakt hij zonder morren de vaatwasser uit en gaat hij zonder protest onder de douche waar hij zelfs z'n haar wast.
Hoe lang, zo vraag ik me af, zal de nieuwe step, deze plezierige bijwerkingen houden. En als deze nou een tijdje aanhouden, zal ik er dan ook nog een paar nieuwe voetbalschoenen tegenaan gooien? Als extra stok achter de deur? Waarom ook niet. Heb ik zelf een paar weken opvoedvakantie. Iedereen blij.

Tuesday 16 April 2013

Badpak, april 2013


Nu het ineens 24 graden is, kan ik de aanschaf van een nieuw badpak niet langer uitstellen. Zeker sinds ik twee weken geleden het oude model weer eens heb aan gehad. Het bleek zo uitgelubberd, dat ik er met gemak twee keer inpaste.

Hoewel ik niet heel ijdel ben, voelde ik me in het rondzwabberende pak toch niet echt senang. En kleurecht was het kledingstuk na drie jaar chloor en zeewater, ook niet meer. Maar een nieuw badpak aanschaffen, staat me dusdanig tegen, dat ik het net zolang voor me uitschuif, tot, zoals nu, de nood aan de man is.
Eigenlijk zou ik even naar Nederland moeten afreizen, want daar kan ik vaak nog wel ergens iets vinden. In ieder geval begrijp ik de maatvoering en bevalt het aanbod me daar vaak ook nog wel. Mijn huidige zwempak griste ik, drie jaar geleden, bij de Hunkemoller van het rek. Het paste en de kleur was toen nog niet eens zo heel lelijk. Perfect dus.
Ik zat ook erg omhoog, had niet veel tijd en moest dus slagen. Drie jaar geleden woonde ik namelijk in Italie waar vrouwen zonder uitzondering cup AA hebben en bovendien vaak tot op hoge leeftijd het figuur van een meisje van zestien weten te behouden. Daar een badpak proberen te vinden, leek me onmogelijk en heb dan ook maar niet geprobeerd
In Engeland, waar ik vijf jaar geleden woonde, kon ik trouwens wel fijn badpakshoppen. Vooral toen ik eenmaal doorkreeg hoe de Engelse maten werken. Vergeleken bij veel Engelse vrouwen, was ik zeer bescheiden van omvang, waardoor shoppen, zelfs als er een badpak moest worden aangeschaft, erg feel good was. Ik kocht er een fijne tankini, in zwart met mintgroen, die eigenlijk deze zomer wel weer hip zou zijn, ware het niet dat je er inmiddels doorheen kijkt. Inderdaad, ik heb 'm nog. Altijd leuk om af en toe nog eens naar te kijken.
Nu in Zwitserland heb ik het probleem dat ik eigenlijk geen enkele winkel weet, waar ik eens zou kunnen gaan neuzen. Bovendien zijn badpakken anno 2013 heel erg uit de mode. Het is enkel bikini wat de klok slaat tegenwoordig. En met bikini's heb ik echt helemaal niks. Als je zo bleek bent als ik, levert een bikini alleen maar extra zonnebrandstress op. Bovendien, een duik in het water en je kunt de helft van je bikini van de bodem proberen op te vissen.
Nou hou ik nogal van ik nogal van internetshoppen  - en dan vooral van winkelmandjes vullen, die ik dan uiteindelijk niet bestel  - maar online een badpak uitzoeken heb ik tot nog toe niet aangedurfd. Maar daar gaat nu verandering in komen. Model Veronica, in donker turquoise, is naar mij onderweg.   Nu maar hopen dat ie past.
Mocht je van de zomer aan het meer van Zurich een rood verbrand vrouwspersoon in een lubberend vaal roze, of een nogal doorschijnend zwart en mintgroen badpak spotten, dan is het dus niet gelukt. In dat geval tref je me volgend voorjaar ongetwijfeld met schuim om de lippen bij de Hunkemoller aan.

Thursday 11 April 2013

Hoera!, april 2013


Nooit gedacht zo blij te kunnen worden van het woordje 'toegelaten'. Maar vandaag kan de vlag uit. Mijn oudste is ingeloot op de middelbare school van zijn keuze.

Geen prestatie van formaat natuurlijk. Zelfs niet eens een klein beetje goed gedaan. Toch ben ik ongelooflijk trots op mijn kind. Dat heeft ie dan toch maar weer mooi geflikt. Held.
Zelf was hij ook erg tevreden met het feit dat een of andere belangrijke meneer zijn naam uit een hoge hoed heeft weten te vissen. En fijn is het zeker. Pfff. Een plan B hadden we ook eigenlijk niet.
Het is gelukkig niet voor niets geweest dat W. en ik met de oudste in Nederland op drie verschillende middelbare scholen hebben rondgekeken. Tenminste dat dacht onze zoon dat we aan het doen waren. Eigenlijk was het natuurlijk een perfecte manier om de scholen te laten horen hoe goed zijn Nederlands is. Dat breng je op papier toch niet zo gemakkelijk over.
Vanuit het gezichtspunt van de scholen is het trouwens nog niet zo vanzelfsprekend om een kind aan te nemen, dat nog nooit in Nederland naar school is geweest, alles wat hij weet in het Engels heeft geleerd en ook nog eens geen Cito eindtoets heeft gemaakt. Maar met een IQ test op zak en een ontwapende glimlach kom je echter ook een heel eind, zo is nu gebleken. Bovendien was de aardige meneer op de school die we allemaal zo leuk vonden, creatief genoeg om te bedenken dat onze zoon in de brugklas misschien wel wat Engelse lessen kan missen om in die tijd extra Nederlands te doen. Goed idee.
Niet dat we daar niet al jaren mee bezig zijn. Als moeder (en neerlandica) heb ik er hier thuis behoorlijk de wind onder wat betreft Nederlands leren. Onder het motto 'later zullen ze me dankbaar zijn', ben ik net weer aan een nieuw project begonnen. Drie CD roms, uitgebracht door Cito, met daarop de gehele Nederlandse spelling. Zuchtend en mij inwendig (en vaak ook hardop) vervloekend moeten beide kinderen een paar keer per week achter de computer om serietjes oersaaie spellingsopdrachten te doen. Tot overmaat van ramp is de toon van het programma afgestemd op het gevoel voor humor van een gemiddelde zevenjarige. Het werkt inmiddels zelfs mij op de zenuwen.
Nog een week of achttien moeten de kinderen door ploeteren. Dan kunnen ze naar hun nieuwe scholen in Nederland om daar onder de deskundige leiding van iemand anders aan hun Nederlands te werken. Kan ik gelukkig weer gewoon hun moeder zijn.

Wednesday 10 April 2013

Kopf, Schulter, Knie und Fuss, april 2013


Duits leren, als je vijf bent, is behoorlijk spannend. Zeker als je zowel thuis als op school altijd Engels spreekt. Maar ook voor Franse, Russische, Finse, of Kroatische kleuters op de internationale school is het even schakelen. Zij hebben immers net Engels geleerd.

,,Kopf, Schulter, Knie und Fuss, Knie und Fuss". Zingen blijft een perfecte manier om nieuwe woordjes te leren. Zeker als je lekker kunt staan en flink mag bewegen. ,,Augen, Ohren, Nase, Mund. Kopf, Schulter, Knie und Fuss." Zowel de tongen, als de spieren zijn los. Tijd nu voor een werkje.
Een paar weken geleden hebben alle Kindergarteners, oftewel kleuters prachtige zelfportretten gemaakt. Met behulp van een klein handspiegeltje, waarin ze zichzelf eens goed konden bekijken, hebben de kinderen heel nauwkeurig vastgelegd hoe hun haar, ogen, oren, neus en mond er eigenlijk uitzien. ,,Kijk hier heb ik een gat gelaten", wijst een jongetje. ,,Daar is net een tand uit". Zijn buurvrouw houdt een portret omhoog met een geweldige paardenstaart.
Vandaag gaan ze labels schrijven om op de portretten te plakken. Zodat ze straks thuis een tekening
hebben met de woorden 'Augen', 'Augenbrauen', 'Wimpern', 'Haare', 'Nase', 'Mund', 'Kopf' en
'Gesicht' erop. Kunnen hun ouders er ook nog wat van opsteken.
Tot de zomervakantie mag ik assisteren bij de kleuterlessen Duits. Net als alle andere kinderen op een internationale school, krijgen ook de kleuters vier uur per week les in de taal van het land waar de school gevestigd is. In Zwitserland leert iedereen dus Duits.
Nu het schooljaar een flink eind gevorderd is, voltrekken de lessen zich grotendeels in het Duits. En dat is leuk om te zien, of eigenlijk beter nog: te horen. Kinderen die het Schmetterling spel (vlinderspel) spelen, wijzen elkaar er in perfect Duits op dat ze aan de beurt zijn. Alleen als het 'du bisst dran', niet snel genoeg begrepen wordt, volgt er een 'it's your turn'. Moet er echter in tweetallen worden overlegd, dan klinkt er soms ineens wat Zweeds, Russisch, Italiaans, of Nederlands door de klas.
De juf en ik doen overigens driftig aan deze Babylonische spraakverwarring mee. 'Frau R.', zoals de juf wordt genoemd, is namelijk een Ierse. Zij heeft Duits gestudeerd om vervolgens in Engeland lange tijd middelbare scholieren in die taal te onderwijzen.
Door een wonderlijke speling van het lot woont Frau R. nu in een Duitstalig land. Ze spreekt de taal perfect en kan, waar nodig, natuurlijk ook in het Engels instructies geven. Wel zo handig.
Ik geniet erg van het werken op een internationale school. Behalve dat het leuk is om de hele dag met kinderen bezig te zijn, kan ik er mijn liefde voor het leren van talen naar hartelust botvieren. Zo wil ik op het schoolplein nog wel eens wat Italiaans spreken. Ook perfectioneer ik nog dagelijks mijn Engels en gaat mijn Duits er op het moment met sprongen op vooruit.
Eens kijken hoe ik dat in Nederland straks allemaal bij ga houden. Misschien dat ik daar met kinderen ook wel lekker kan zingen. 'Leder, Skulder, knaer og taer', klinkt best lekker. Of 'glowa, ramiona, kolana i palce'. Met een beetje aangepaste melodie krijgen we zelfs 'caleza, hombros, rodillas y los dedos del pie', ook best klein. Of zou ik over een poosje ook gewoon weer heel blij worden van 'hoofd, schouders, knie en teen'. Wie weet.

Monday 8 April 2013

Naar het buitenland, januari 2007

Nog eentje uit de Archieven. Na ruim een jaar Manchester, maak ik de balans op.

,,Schat, we gaan naar Manchester". Dat zinnetje zette eind april 2005 mijn leven behoorlijk op z'n kop. Natuurlijk, we konden ook niet gaan, maar het was van meet af aan duidelijk dat W. heel veel zin had om een paar jaar naar Engeland te gaan.

Hij had nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij graag een tijd in het buitenland zou willen werken en dit nu was 'een mooie kans'. Het Amerikaanse bedrijf waar W. inmiddels een jaar of vijf voor werkte, was van plan om in Manchester een nieuwe fabriek te bouwen. Of W. het ontwerpteam zou willen aanvoeren? Graag, wat hem betreft.
Mij viel het nogal rauw op m'n dak. We hadden ons leven na de geboorte van de kinderen, toen (4 en 2,5) net weer een beetje op de rails. Ik had mijn werk als verslaggever bij de Provinciale Zeeuwse Courant weer opgepikt en genoot met volle teugen van mijn hernieuwde vrijheid. Bovendien hadden we net een nieuw huis gekocht. De verbouwing zou over een paar weken beginnen.
Terwijl de eerste muren werden neergehaald, begon W. op z'n werk vast plannen te maken voor de nieuwe Engelse fabriek. Om van het hoofdkantoor geld los te peutere , zouden ze een paar maanden moeten werken aan een gedegen voorstel. Ondertussen konden wij niemand vertellen dat we misschien naar het buitenland gingen, want stel je voor dat het project alsnog zou worden afgeblazen.
Ik was half juli een paar dagen met de kinderen naar een vriendin in Frankrijk toen W. belde dat de kogel door de kerk was. We gingen echt naar Manchester! In eerste instantie drong het nauwelijks tot me door
Pas een paar weken later kwam ik tot het besef dat ik mijn geliefde journalistenbestaan vaarwel zou moeten zeggen. Niet leuk. Terwijl vrienden om ons heen eensgezind verklaarden zelf dolgraag een tijdje naar het buitenland te willen, zat ik met een steen in mijn maag.
Ik werd zo chagrijnig dat W. me halverwege onze zomervakantie naar m'n werk terugstuurde om te kijken of ik, in plaats van ontslag, geen onbetaald verlof zou kunnen krijgen. Nee dus. Jammer dan. Toch luchtte m'n bezoekje aan de redactie vreselijk op. Iedereen wist eindelijk dat ik wegging. Het was goed om collega's weer recht in de ogen te kunnen kijken.
W. die mijn wijfelen goed aanvoelde, boekte als de wiedeweerga een reisje naar Manchester voor ons twee. We verbleven voor de gelegenheid in het duurste en hotel in de stad.
Het was mooi weer en Manchester bleek hip en bruisend. Even buiten de stad, was alles opvallend groen. Het beeld van een grauw industriegebied dat bij het woord Manchester spontaan bij me opkwam, bleek gelukkig nergens op gebaseerd. Tot zover het oog reikte, zagen we glooiende groene weiden, schapen en fraaie, oude pubs.
Eenmaal thuis was er werk aan de winkel. Ik moest een verhuizing regelen en de verbouwing van ons nieuwe huis tot een goed einde zien te brengen. Ondertussen ging de oudste voor hte eerst naar 'de grote school' en verbleef W. - om het makkelijk te maken - doordeweeks alvast zoveel mogelijk in Manchester,
De muur van onze woonkamer was volgeplakt met grote vellen papier waarop W. en ik elke zaterdagavond, tijdens onze wekelijkse 'board meeting' nieuwe takenlijsten maakten. De rest van de week, was elke minuut gevuld. Als ik niet werkte, schilderde ik ons nieuwe huis, of mestte ik de vliering uit
Het was buffelen en toen we 19 november - na een gedenkwaardig afscheidsdiner - eindelijk op de boot zaten, slaakten we allemaal een zucht van verlichting. Terwijl ik de - voorlopig - laatste tranen wegpinkte, was de rest van het gezin vooral opgewonden. W. omdat onze verhuizing het einde betekende van zijn doordeweekse hotelkamerbestaan en de kinderen omdat 'met de auto op een boot' nou eenmaal heel spannend is.
Het afgelopen jaar hebben de kinderen niet alleen Engels geleerd, maar ook ondervonden dat je op elke nieuwe school gewoon weer nieuwe vriendjes kunt maken. Ze hebben behalve sinterklaas, ook de kerstman gezien en vinden het tegenwoordig volstrekt normaal om met het vliegtuig naar opa en oma te gaan.
Zelf had ik er de eerste maanden een dagtaak aan om een sociaal leven uit de grond te stampen. Op mensen afstappen, heel veel koffie drinken, potentiele vriendjes van de kinderen te spelen vragen en vooral geen schoolbazaar overslaan. Af en toe was ik het spuugzat.
Het was best frustrerend om te merken dat niemand op ons zat te wachten, maar tegelijkertijd ook leerzaam om weer eens op jezelf teruggeworpen te worden.
En nu, ruim een jaar later, gaat het leven weer z'n vertrouwde gang. Ons huis in Engleland voelt als thuis, we hebben geweldige vrienden gevonden en mijn bestaan als freelance journaliste, neemt steeds vastere vormen aan.
Als ze ons vragen om langer te blijven, zeggen we geen nee, besloten W. en ik twee weken geleden tijdens een etentje. Voldaan bespraken we de vooruitgang die we als gezin het afgelopen jaar boekte. Tevreden stelden we vast dat we met z'n vieren vast overal in de wereld zouden kunnen aarden, maar dat Engeland ons voorlopig prima beviel.
,,Alleen die regen he", mompelde W. en ik daarna tegen elkaar. ,,Een beetje meer zon zou best fijn zijn". Halverwege een romantisch dinertje hadden we het ineens over het weer! Zo Engels zijn we dus al.

Thursday 4 April 2013

Gouden randje, april 2013



Een van schouderblad tot enkel getatoeeerde man die liefdevol het haar van z'n dochter droog fohnt. Een hele dikke moeder die door haar eveneens flink gezette tienerdochter stevig wordt geknuffeld en een jong stel dat met hun tweeling van vijf maanden gaat zemmen. Vandaag vind ik het allemaal even mooi en ontroerend.

Niet meteen 's ochtends al trouwens. De lucht is grijs als ik rond half tien uit bed stap en de 'lengthy sunny spells' die onze weer app voor vandaag belooft, zijn nog in geen velden of wegen te bekennen. Ik wil gaan fietsen, maar de kinderen niet. Die willen - hoe verrassend - in hun pyama televisie kijken. De hele dag. Ik moet ze eerst vanalles beloven, wat ik dan ook grif doe, om ze zover te krijgen dat ze mee gaan.
Vol goede moed hijsen we ons rond een uur of elf op de fiets. Het is bitter koud en hoeveel hoeken we ook om slaan; we houden tegenwind. Ik wapen mezelf vast tegen ellendige zeurpartijen, maar die blijven uit. Ook na een dik uur fietsen.
Sterker nog, mijn zoon racet vooruit, staat af en toe van puur plezier even op de pendalen en is niet kapot te krijgen. Mijn dochter, iets minder onbesuisd, blijft resoluut in de eerste versnelling fietsen, zodat ze zich een ongeluk trapt. Maar ze fietst wel door.
Onderweg zien we vanalles. Een klein vliegtuigje en een vlucht ganzen, een grote roofvogel, een brug die omhoog staat, windmolens, een oud gemaal en rode en groene tonnen die op het water dobberen. Wat een feest!
Totaal verkleumd, maar nog altijd in een opperbeste stemming, vind ik het drie uur later zowaar een 'goed idee' om voor de honderdvijftigste keer deze week naar het zwembad te gaan. ,,En daarna patat eten?", vraagt mijn zoon, die zijn kans ruikt. ,,Prima", zeg ik. Ik vind voorlopig alles prima.
Eenmaal binnen zie ik voor het eerst deze week niet enkel dikke, blote lijven, wanstaltige bikinis en smakeloze tatoeages. Nee, ik zie ineens een vader in de whirlpool zijn armen om zijn zestienjarige dochter en veertienjarige zoon slaan. De zoon is er enigszins verlegen mee, maar blijft toch zitten.
Ik zie een mevrouw met knikkende knieen de 'Turbotwister' afsuizen, omdat haar twaalfjarige zoon dat dolgraag met haar wil doen. Even verderop wiegt een stoere vent met lang in een paardenstaart gebonden haar, zijn baby zoontje in slaap. En in het golfslagbad heist een pukkelige puber zijn oma in een grote rubberband en duwt haar het hele zembad door. Verrukt sluit de vrouw haar vermoeide ogen en ik, ik pink een traantje weg. Misschien, zo bedenk ik me, moeten we eens wat vaker naar Centre Parcs. Alles valt er voor even helemaal op zijn plaats.


Tuesday 2 April 2013

Huizenjacht (1), april 2013

Een hoekhuis uit 1900 met originele details, een middenwoning met fraai verbouwde zolder, of toch een kleiner huis met een enorme tuin. Na een dag toeren met onze makelaar, is me niet veel duidelijk geworden. Of toch misschien: mijn droomhuis zat er niet bij.

Hoe vaak ben ik al niet met zo'n mevrouw in de rondte geweest. In Engeland heb ik een huis of tien gezien. In Italie waren het hoofdzakelijk appartementen, maar daar heb ik er dan ook zeker een stuk of twaalf van bekeken. En in Zwitserland ben ik - onder leiding van Amy - twee volle dagen onderweg geweest. We trokken er van dorp tot dorp, van vrijstaand huis, naar appartement.
Gewapend met een wensenlijstje, waarop  in mijn geval meestal het woordje 'tuin' bovenaan prijkt en W.  'veel ruimte' op nummer een heeft staan, hebben wij een keur aan woningen voorbij zien trekken.  Meestal is het behoorlijk schakelen. Huizen in Engeland vonden wij nogal hokkerig - wat moet een mens met drie 'reception rooms' - in Italie bleek iedereen in een appartement te wonen en een tuin alleen maar lastig te vinden en in Zwitserland bouwen ze bij voorkeur wit betegelde schoenendozen.
Toch was het vaak niet eens zo moeilijk om een huis te kiezen. Een kwestie van eerst eindeloos rondjes rijden, totdat er een buurt, dorp, of buitenwijk kwam bovendrijven en dan het  huis kiezen dat er het dichtst in de buurt lag. Bovendien hoefde ik natuurlijk mijn eigen geld niet in het gekozen object te steken en kun je in de meeste huizen best een jaar of drie jaar leuk wonen.
Maar dan nu Bussum. Voor mij is het dorp op dit moment nog een amorfe verzameling huizen en straten, waar ik vooral verdwaal. Onze makelaar daarentegen woont er zelf al meer dan 25 jaar en laat me met het grootste gemak zes, of zeven 'buurtjes' zien. Allemaal even leuk natuurlijk, maar 'heel verschillend van karakter'. Genoeg keuze in 'ons segment', meldt de mevrouw opgewekt,  maar ik krijg vooral buikpijn van het idee om ons hele hebben en houden en nog veel meer, in een huis te steken. En wil ik eigenlijk wel in het Gooi wonen?
Als onze tocht vandaag een ding heeft opgeleverd is het waarschijnlijk wel dat het mij nu verstandiger lijkt om eerst maar eens wat te huren. Kunnen we straks op ons gemak bekijken of we
een beetje kunnen aarden. in Bussum en in Nederland.