Wednesday 25 September 2013

Leeg hoofd, september 2013


Een van de fijnste dingen in Nederland is zonder twijfel de miliestraat. Er met een volle auto naartoe en met een lege weer naar huis is bijzonder heilzaam voor lichaam en geest.

Rotzooi die we de afgelopen tien jaar van Nederland, naar Engeland, naar Italie, naar Zwitserland en vervolgens weer terug naar Nederland achter ons aan gesleept hebben, kan ik pijnloos en probleemloos kwijt bij de milieustraat om de hoek. Zakken vol plastic speelgoed waar de kinderen al in geen jaren naar omgekeken hebben, dump ik er in 'hard plastic'. Zo ook de toiletpotschrobbers van de vorige bewoners (waarom laten mensen die toch altijd staan?!), een surplus aan half kapotte opbergboxen, onhandige kleerhangers en een bijzonder gevarieerd assortiment plastic bloempotten dat feitelijk al jaren alleen maar in de weg staat.
'Hard plastic' is overigens meteen mijn favoriete bak. Je moet eerst een trapje op om vervolgens je spullen vanaf grote hoogte in de diepte smijten. Heerlijk! Bovendien geeft het wegwerpplatform een prachtig overzicht op wat andere mensen voor jou hebben weggegooid. Tuinstoelen, zo lelijk dat ze waarschijnlijk al op de dag van aanschaf in de container zijn beland, een speelgoedgarage waar best nog een klein jongetje heel blij van zou kunnen worden, diverse droogmolens en een kindergraafmachine waar een enthousiaste jonge vader zo te zien pontificaal doorheen gezakt is.
Om het milieustraatplezier te optimaliseren verdient het aanbeveling om een bezoek aan het stort zo lang mogelijk uit te stellen. Natuurlijk je ziet er ook mensen met een tasje aan het stuur die elke week twee plastic flessen en een stapeltje oude kranten komen brengen, maar die missen toch iets. Het gevoel van pure opluchting en volkomen tevredenheid dat mij weldadig omwolkt als ik, de auto leeg, het hoofd voor even stil, weer naar huis rijd. Dagen kan ik erop vooruit.br /> Een of hooguit twee keer per jaar  - met een zaklamp - eens lekker door alle hoeken en gaten van je huis schijnen, is meer dan genoeg. En dan vervolgens wel zakken vullen. Daar knapt niet alleen je huis enorm en erg zichtbaar (fijn!) van op, maar ook je hoofd raakt weer helder.
Eenmaal ter plekke op een tijd dat de milieustraat ook daadwerkelijk open is ( dat klinkt simpeler dan het is, geloof me), kan het grote gooi- en smijtspel beginnen. Matrassen in de bak 'matrassen', zacht plastic in de bak 'zacht plastic', papier in de bak 'papier' en groenafval op de hoop 'groenafval'. Was het hele leven maar zo overzichtelijk.
Onmiddelijk valt me op dat milieustraatbezoekers zich moeiteloos in twee groepen laten splitsen.
Groep een gaat met een zuinig gezicht, de weg te gooien spullen zorgvuldig met een touwtje tot een handzame bundel geknoopt, langs de containers. Deze mensen rijden liever drie keer, dan hun auto vies te maken en hebben voor als er onverhoopt toch wat kiepert of morst altijd een oude handdoek paraat om zonodig te kunnen deppen (nooit, NOOIT wrijven!).
Groep twee, waaronder ik mezelf graag schaar, komt met een auto zo vol geladen dat geen enkele spiegel meer enig zicht op de weg biedt. Met een vaartje van twintig kilometer per uur zijn ze aan komen sukkelen en nu mag eindelijk de druk van de ketel. Deze mensen staan het liefst een meter of vijf van 'restafval' af, zodat ze de zakken met een grote zwaai de container in kunnen strepen. Zakken met gemixt recyclebaar goed worden vervolgens ter plekke op straat omgekieperd door deze echte miliestraatfreaks. Op hun dooie akkertje zoeken ze vervolgens snoeren uit (die kunnen in 'elektrisch', halen ze fotolijstjes uit elkaar (voor 'hout' en 'vlak glas') en vouwen ze hun oude kleren nog even netjes op voordat het in de bak voor het goede doel mogen. En ze nooit te beroerd om even een praatje te maken met de milieustraatmedewerkers. Als je trouwens na al het uitladen, scheiden en wegkeilen nog altijd niet relaxed bent, dan moet je eens even  een kwartiertje naar de in professionele overalls gestoken medewerkers kijken. Die hebben het relaxen, tenminste op mijn milieustraat, tot een ware kunst verheven. Met mooi weer (trouwens met slecht weer ook) zitten ze wanneer je ook komt altijd net even koffie, dan wel thee te drinken. Een paar oude stoelen en een campingtafel - ongetwijfeld uit 'hard plastic' en 'metaal' opgeduikeld - doen dienst als openluchtkantine.
Voor vragen van het publiek hebben ze altijd tijd en ook alle tijd. Even naar je afval kijken om je de goeie container te wijzen is ook geen enkel probleem, mits je kofferbak vanaf het geimproviseerde terrasje maar goed zichtbaar is. Af en toe even aan een handel trekken om de persinstallatie of de containeroptilinstallatie aan te zetten, gaat op het gemakje. Een rondje langs de containers sloffen? Vooruit, daar doen de geoverallde mannen ook niet te moeilijk over. Een minuut of tien zie je ze en groupe in de rondte schuiven en dan is het zo zoetjesaan alweer tijd voor een bakkie. Ik zie ze graag. De milieustraat-zen die de mannen uitstralen is soms net wat ik nodig heb. Misschien dat ik er zelf maar eens een poosje aan de slag moet. Kan ik eindelijk eens een boek lezen, of een sjaal breien. En dan hoef ik - hallelujah - vast ook nooit meer naar yoga!

Tuesday 3 September 2013

Leuk, augustus 2013


De navelstreng tussen mij en mijn twaalfjarige zoon wordt deze dagen wel heel bruut doorgesneden. Waar andere moeders een paar jaar voorzichtig kunnen wennen, is het bij ons een kwestie van een goedgeplaatste haal.

Mijn kind dat tot voor kort in Zwitserland nog elke dag door mij met de auto naar school werd gebracht, gaat vandaag in zijn eentje op de fiets naar de middelbare school. Natuurlijk hoef ik niet mee. Hij weet trouwens beter waar de school ligt dan zijn zonder enig richtingsgevoel geboren moeder. Sterker nog, hij spoort mij aan om toch vooral lekker boodschappen te gaan doen, of iets anders nuttigs, hij kan heus wel op z'n i-pod zien hoe laat hij weg moet.
'Loslaten, loslaten', prevel ik als een soort mantra op weg naar de Albert Heijn waar ik eigenlijk op dit moment niets te zoeken heb. In mijn hoofd was ik altijd een veel coolere moeder, dan nu blijkt. Zo heb ik mijn brugklasser bevolen dat hij me een sms moet sturen om me te laten weten dat hij veilig op school is aangekomen. Behoorlijk tuttig eigenlijk. Maar goed, als even later de woorden  'ben dr' op mijn schermpje opduiken, voel ik me de koning te rijk
Waar mijn zoon een paar jaar terug nog wit wegtrok tijdens de zoveelste eerste schooldag - hij gaat vandaag voor de vijfde keer naar een nieuwe school - is hij nu te relaxed. Hij moet met nog driehonderd andere kinderen die hij niet kent, in de aula in een schoolgebouw dat hij niet kent, naar een welkomspraatje luisteren en dan vervolgens kennismaken met zijn mentor en pak 'm beet 31 nieuwe klasgenoten. Waarom dat in godsnaam eng, of misschien dan toch spannend zou zijn, kan hij zich met de beste wil van de wereld niet voorstellen.
Na negen weken zomervakantie heeft mijn twaalfjarige zoon wel zin om weer eens iets te gaan doen. Zelfs als dat iets een kringgesprek is waarin hij over zichzelf moet vertellen aan de hand van een speciaal voor dit doel meegebracht voorwerp. Hij neemt gewoon een Zwitserse vlag mee, dan komt de rest vanzelf.
Ik doe die middag heel erg mijn best om druk in te weer te blijven. Wat nog een hele klus is in een nieuw huis op een nieuwe plek waar je eigenlijk nog niet zo veel om handen hebt. Pas om kwart voor vier geef ik het op. Het programma zou rond drie uur afgelopen zijn en de school is tien minuten fietsen. Waar blijft mijn zoon?
Om vier uur besluit ik hem dan toch maar te bellen. Hij neemt natuurlijk niet op. Nog eens vijf minuten later staat mijn zoon voor de deur. ,,Ik ben van mijn fiets gevallen", meldt hij opgewekt. Gelukkig vallen de verwondingen mee. Een flinke blauwe plek, dat is alles.
,,Ik moest plotseling uitwijken, want iemand fietste heel gek en toen kwam de stok van de Zwitserse vlag tussen de spaken", vat mijn zoon het gebeuren vakkundig samen. ,, Het was in een heel stil straatje", voegt hij er snel aan toe als hij mijn gezicht ziet. Ik moet op mijn tong bijten om niet meteen vijfhonderd tips voor veiliger fietsen over mijn zoon uit te strooien.
En ik doe het ook echt niet. In plaats daarvan schenk ik voor ons beiden wat onverantwoords te drinken in, trek de koektrommel tevoorschijn en laat me in een tuinstoel zakken. ,,Hoe was het op school?", vraag ik tussen neus en lippen door. Ik ben zo benieuwd. 'Leuk', zegt mijn brugklasser en vertrekt - drie koekjes en een beker drinken in z'n hand - fluitend naar boven.