Tuesday 3 September 2013

Leuk, augustus 2013


De navelstreng tussen mij en mijn twaalfjarige zoon wordt deze dagen wel heel bruut doorgesneden. Waar andere moeders een paar jaar voorzichtig kunnen wennen, is het bij ons een kwestie van een goedgeplaatste haal.

Mijn kind dat tot voor kort in Zwitserland nog elke dag door mij met de auto naar school werd gebracht, gaat vandaag in zijn eentje op de fiets naar de middelbare school. Natuurlijk hoef ik niet mee. Hij weet trouwens beter waar de school ligt dan zijn zonder enig richtingsgevoel geboren moeder. Sterker nog, hij spoort mij aan om toch vooral lekker boodschappen te gaan doen, of iets anders nuttigs, hij kan heus wel op z'n i-pod zien hoe laat hij weg moet.
'Loslaten, loslaten', prevel ik als een soort mantra op weg naar de Albert Heijn waar ik eigenlijk op dit moment niets te zoeken heb. In mijn hoofd was ik altijd een veel coolere moeder, dan nu blijkt. Zo heb ik mijn brugklasser bevolen dat hij me een sms moet sturen om me te laten weten dat hij veilig op school is aangekomen. Behoorlijk tuttig eigenlijk. Maar goed, als even later de woorden  'ben dr' op mijn schermpje opduiken, voel ik me de koning te rijk
Waar mijn zoon een paar jaar terug nog wit wegtrok tijdens de zoveelste eerste schooldag - hij gaat vandaag voor de vijfde keer naar een nieuwe school - is hij nu te relaxed. Hij moet met nog driehonderd andere kinderen die hij niet kent, in de aula in een schoolgebouw dat hij niet kent, naar een welkomspraatje luisteren en dan vervolgens kennismaken met zijn mentor en pak 'm beet 31 nieuwe klasgenoten. Waarom dat in godsnaam eng, of misschien dan toch spannend zou zijn, kan hij zich met de beste wil van de wereld niet voorstellen.
Na negen weken zomervakantie heeft mijn twaalfjarige zoon wel zin om weer eens iets te gaan doen. Zelfs als dat iets een kringgesprek is waarin hij over zichzelf moet vertellen aan de hand van een speciaal voor dit doel meegebracht voorwerp. Hij neemt gewoon een Zwitserse vlag mee, dan komt de rest vanzelf.
Ik doe die middag heel erg mijn best om druk in te weer te blijven. Wat nog een hele klus is in een nieuw huis op een nieuwe plek waar je eigenlijk nog niet zo veel om handen hebt. Pas om kwart voor vier geef ik het op. Het programma zou rond drie uur afgelopen zijn en de school is tien minuten fietsen. Waar blijft mijn zoon?
Om vier uur besluit ik hem dan toch maar te bellen. Hij neemt natuurlijk niet op. Nog eens vijf minuten later staat mijn zoon voor de deur. ,,Ik ben van mijn fiets gevallen", meldt hij opgewekt. Gelukkig vallen de verwondingen mee. Een flinke blauwe plek, dat is alles.
,,Ik moest plotseling uitwijken, want iemand fietste heel gek en toen kwam de stok van de Zwitserse vlag tussen de spaken", vat mijn zoon het gebeuren vakkundig samen. ,, Het was in een heel stil straatje", voegt hij er snel aan toe als hij mijn gezicht ziet. Ik moet op mijn tong bijten om niet meteen vijfhonderd tips voor veiliger fietsen over mijn zoon uit te strooien.
En ik doe het ook echt niet. In plaats daarvan schenk ik voor ons beiden wat onverantwoords te drinken in, trek de koektrommel tevoorschijn en laat me in een tuinstoel zakken. ,,Hoe was het op school?", vraag ik tussen neus en lippen door. Ik ben zo benieuwd. 'Leuk', zegt mijn brugklasser en vertrekt - drie koekjes en een beker drinken in z'n hand - fluitend naar boven.

No comments:

Post a Comment