Monday 8 April 2013

Naar het buitenland, januari 2007

Nog eentje uit de Archieven. Na ruim een jaar Manchester, maak ik de balans op.

,,Schat, we gaan naar Manchester". Dat zinnetje zette eind april 2005 mijn leven behoorlijk op z'n kop. Natuurlijk, we konden ook niet gaan, maar het was van meet af aan duidelijk dat W. heel veel zin had om een paar jaar naar Engeland te gaan.

Hij had nooit onder stoelen of banken gestoken dat hij graag een tijd in het buitenland zou willen werken en dit nu was 'een mooie kans'. Het Amerikaanse bedrijf waar W. inmiddels een jaar of vijf voor werkte, was van plan om in Manchester een nieuwe fabriek te bouwen. Of W. het ontwerpteam zou willen aanvoeren? Graag, wat hem betreft.
Mij viel het nogal rauw op m'n dak. We hadden ons leven na de geboorte van de kinderen, toen (4 en 2,5) net weer een beetje op de rails. Ik had mijn werk als verslaggever bij de Provinciale Zeeuwse Courant weer opgepikt en genoot met volle teugen van mijn hernieuwde vrijheid. Bovendien hadden we net een nieuw huis gekocht. De verbouwing zou over een paar weken beginnen.
Terwijl de eerste muren werden neergehaald, begon W. op z'n werk vast plannen te maken voor de nieuwe Engelse fabriek. Om van het hoofdkantoor geld los te peutere , zouden ze een paar maanden moeten werken aan een gedegen voorstel. Ondertussen konden wij niemand vertellen dat we misschien naar het buitenland gingen, want stel je voor dat het project alsnog zou worden afgeblazen.
Ik was half juli een paar dagen met de kinderen naar een vriendin in Frankrijk toen W. belde dat de kogel door de kerk was. We gingen echt naar Manchester! In eerste instantie drong het nauwelijks tot me door
Pas een paar weken later kwam ik tot het besef dat ik mijn geliefde journalistenbestaan vaarwel zou moeten zeggen. Niet leuk. Terwijl vrienden om ons heen eensgezind verklaarden zelf dolgraag een tijdje naar het buitenland te willen, zat ik met een steen in mijn maag.
Ik werd zo chagrijnig dat W. me halverwege onze zomervakantie naar m'n werk terugstuurde om te kijken of ik, in plaats van ontslag, geen onbetaald verlof zou kunnen krijgen. Nee dus. Jammer dan. Toch luchtte m'n bezoekje aan de redactie vreselijk op. Iedereen wist eindelijk dat ik wegging. Het was goed om collega's weer recht in de ogen te kunnen kijken.
W. die mijn wijfelen goed aanvoelde, boekte als de wiedeweerga een reisje naar Manchester voor ons twee. We verbleven voor de gelegenheid in het duurste en hotel in de stad.
Het was mooi weer en Manchester bleek hip en bruisend. Even buiten de stad, was alles opvallend groen. Het beeld van een grauw industriegebied dat bij het woord Manchester spontaan bij me opkwam, bleek gelukkig nergens op gebaseerd. Tot zover het oog reikte, zagen we glooiende groene weiden, schapen en fraaie, oude pubs.
Eenmaal thuis was er werk aan de winkel. Ik moest een verhuizing regelen en de verbouwing van ons nieuwe huis tot een goed einde zien te brengen. Ondertussen ging de oudste voor hte eerst naar 'de grote school' en verbleef W. - om het makkelijk te maken - doordeweeks alvast zoveel mogelijk in Manchester,
De muur van onze woonkamer was volgeplakt met grote vellen papier waarop W. en ik elke zaterdagavond, tijdens onze wekelijkse 'board meeting' nieuwe takenlijsten maakten. De rest van de week, was elke minuut gevuld. Als ik niet werkte, schilderde ik ons nieuwe huis, of mestte ik de vliering uit
Het was buffelen en toen we 19 november - na een gedenkwaardig afscheidsdiner - eindelijk op de boot zaten, slaakten we allemaal een zucht van verlichting. Terwijl ik de - voorlopig - laatste tranen wegpinkte, was de rest van het gezin vooral opgewonden. W. omdat onze verhuizing het einde betekende van zijn doordeweekse hotelkamerbestaan en de kinderen omdat 'met de auto op een boot' nou eenmaal heel spannend is.
Het afgelopen jaar hebben de kinderen niet alleen Engels geleerd, maar ook ondervonden dat je op elke nieuwe school gewoon weer nieuwe vriendjes kunt maken. Ze hebben behalve sinterklaas, ook de kerstman gezien en vinden het tegenwoordig volstrekt normaal om met het vliegtuig naar opa en oma te gaan.
Zelf had ik er de eerste maanden een dagtaak aan om een sociaal leven uit de grond te stampen. Op mensen afstappen, heel veel koffie drinken, potentiele vriendjes van de kinderen te spelen vragen en vooral geen schoolbazaar overslaan. Af en toe was ik het spuugzat.
Het was best frustrerend om te merken dat niemand op ons zat te wachten, maar tegelijkertijd ook leerzaam om weer eens op jezelf teruggeworpen te worden.
En nu, ruim een jaar later, gaat het leven weer z'n vertrouwde gang. Ons huis in Engleland voelt als thuis, we hebben geweldige vrienden gevonden en mijn bestaan als freelance journaliste, neemt steeds vastere vormen aan.
Als ze ons vragen om langer te blijven, zeggen we geen nee, besloten W. en ik twee weken geleden tijdens een etentje. Voldaan bespraken we de vooruitgang die we als gezin het afgelopen jaar boekte. Tevreden stelden we vast dat we met z'n vieren vast overal in de wereld zouden kunnen aarden, maar dat Engeland ons voorlopig prima beviel.
,,Alleen die regen he", mompelde W. en ik daarna tegen elkaar. ,,Een beetje meer zon zou best fijn zijn". Halverwege een romantisch dinertje hadden we het ineens over het weer! Zo Engels zijn we dus al.

No comments:

Post a Comment