Wednesday 20 March 2013

Hardlopen, maart 2013



Bijna veertien kilometer. Dat is de afstand rond de Aegeri See. In net geen anderhalf uur rende ik er vandaag helemaal omheen. Een nieuw duur record.

In Engeland heb ik mijn eerste rondjes gesjokt, om er vervolgens in Italie weer volledig de brui aan te geven. Maar in Zwitserland ben ik een hardloper geworden. Ik kan er binnen tien minuten van deur to bos zijn, voel me er honderd procent veilig en geniet tot in mijn tenen van het wonderschone zicht op besneeuwde toppen dat werkelijk nooit verveelt.
Lang ben ik ervan overtuigd geweest dat ik niet kon hardlopen. Twintig kilometer wandelen, vijftig kilometer fietsen, dertig kilometer schaatsen: daar draaide ik m'n hand niet voor om, maar rennen, dat was echt een brug te ver.
Totdat een goede vriendin in Engeland een weddenschap aanging. Als de man met wie zij alweer jaren gelukkig getrouwd was Spaans zou leren, zou zij tien kilometer hardlopen. De bewuste vriendin was (gelukkig) een stuk minder fit dan ik, dus mijn besluit om haar te vergezellen had ik behoorlijk weloverwogen genomen. Vol goede moed gingen we op weg. Tot onze stomme verbazing bleken we best twintig minuten te kunnen joggen, zolang we het maar heel, heel langzaam deden.
Twee jaar lang hadden we een ijzeren afspraak: elke dinsdag- en donderdagochtend maakten we ons vaste rondje, weer of geen weer. Twee keer liepen we de Manchester 10 K. En waar we het eerste jaar nog weren ingehaald door twee mannen in een haaienpak, startten we de tweede keer in een snelle groep.
Mezelf belovend dat ik nooit meer met rennen zou stoppen, toog ik bijna vijf jaar geleden naar Italie. Precies zes weken heb ik me daar een jogger gewaand. Toen was ik het zat. De verzengende hitte, de altijd aanwezige muggen en de afgetrapte stadsparken gingen mijn wilskracht ver te boven. Ben er drie jaar lang niet verder gekomen dan een wekelijkse yogales.
Maar dan Zwitserland. Groen, koel, wijds land. Majestueuze toppen waar je maar kijkt en overal opgewekt Nordic walkende senioren om je aan te sporen. Nog voordat ik er goed over nagedacht had, was ik al lid van een 'runners group', bestaande uit zeer fanatieke Amerikaanse en Scandinavische
dames die zich beslist niet door een beetje sneeuw, regen, of blubber uit het veld lieten slaan. Ook waren zij het bergen oprennen inmiddels gewoon. Bloed, zweet en tranen heeft het me gekost om ze bij te houden, maar het is me gelukt. Duizend meter stijgen in een rondje van tien kilometer vind ik tegenwoordig zelfs (bijna) normaal.
Ben benieuwd of de hardloper in mij de volgende verhuizing overleefd. Biedt de Bussumse hei genoeg uitdaging, of ga ik de Utrechtse heuvelrug onveilig maken? Breekt er weer een yogatijdperk aan, of vind ik een hardloopclubje dat me liefdevol adopteert? Over pak 'm beet een maand of zes heb ik mijn antwoord.

No comments:

Post a Comment