Monday 25 March 2013

Finger Food, maart 2013

Twee dagen op, vijf dagen af. Dat is op het moment het aandeel van W. in ons gezinsleven. Tot grote frustatie van de kinderen. Die willen stoeien, monopolie spelen en voetbal kijken. Maar niet met mij.

Ik doe echt wel m'n best met de Champions League bijvoorbeeld, maar het is zo oneindig teleurstellend dat ik niet alle veldspelers bij naam ken, laat staan alle reserve bankers. En dan zijn er nog de clubs waar iedereen vorig seizoen speelde en die waar men volgend seizoen hoopt te tekenen. En zelfs al zou ik dat allemaal weten, dan kan ik er vast nog steeds  niet twee uur over praten.
Stoeien is ook zo iets. Ik probeer het wel eens, maar het blijft altijd een beetje nep. Ik kietel eens wat, zwaai een paar keer met een kussen, doe een halfslachtige koprol, maar het gaat niet van harte en dat is me aan te zien.
Gewoontegetrouw begint W. aan een nieuwe baan, een maand of drie, vier, voordat wij verhuizen. De multinational waar hij voor werkt trekt zich niets aan van 'halverwege een schooljaar', 'nog geen huis' of anderszins praktisch geneuzel. En dus beperkt ons contact zich dee maanden doordeweeks tot een dagelijkse skypesessie vanuit een of andere hotelbar, waar W. zich, biertje onder handbereik, heeft verschanst om het thuisfront toe te spreken.
Hier thuis doen we ons best om net te doen alsof ons leven min of meer hetzelfde is gebleven. Na de eerste drie weken, waarin mijn 'we doen lekker makkelijk' langzaam aan synoniem wordt voor 'we eten voor de tv', sta ik er tegenwoordig weer op dat we gewoon aan tafel eten. Nou ja gewoon, het jeugdjournaal mag de eerste tien minuten nog wel aan. Hebben we meteen iets om over te praten (de nieuwe paus, voetbalgeweld, Syrie: lekker lichte kost).
Ook de snelle die-lust-tenminste-iedereen-happen heb ik zuchtend, dat wel, vervangen door mijn meer verantwoorde maaltijden (met groente). Daar mis ik W. nog het meest. Die houdt weliswaar helemaal niet van groente, maar in het belang van de opvoeding, kauwt hij de meeste zaken blijmoedig weg. Nu zit ik regelmatig naar twee met lange tanden etende kinderen te kijken en dan gaat de lol van het koken er wel af.
Maar ik heb er iets op gevonden. Een keer per week eten we tegenwoordig met onze handen. Niet gehinderd door borden, of bestek, graaien we direct uit de pannen. En dan niet van die laffe zaken als knakworsten met ovenfrites, nee viskoekjes met tomatensalsa, nieuwe aardappeltjes en sla. Gek genoeg lusten de kinderen ineens vanalles als ze het ongeneerd met hun blote knuisten naar binnen kunnen proppen.
Andere avonden maken we plannen voor een volgend 'finger food festijn'. 'Sticky rice' zou prima kunnen en curry ook, als je er maar genoeg naanbrood bij hebt. Of pannenkoeken, soep met veel brood en fruitsla.
Nee zelfs als W. binnenkort weer eens wat vaker bij ons aan tafel zit, houden we dit wekelijkse uit-de pannen-eetfeest er mooi in. Dan mag hij koken en teken ik voor de afwas!

No comments:

Post a Comment